donderdag 7 april 2022 |
 17:00 uur

Expertsessie Zeespiegelstijging

Klimaatverandering en zeespiegelstijging zijn belangrijke thema’s binnen het Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta. De zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust kan een stuk hoger uitkomen dan waar het KNMI eerder rekening mee hield. Dat is de consequentie als de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen niet snel wordt teruggedrongen. De opwarming van de aarde en de zeeën, zorgt ervoor dat het poolijs rond Antarctica ook sneller smelt.

Waar het worst case scenario in 2008 nog 1,30 m zeespiegelstijging was, is dat inmiddels 2,5 tot 3 meter. We hopen natuurlijk dat het meest ongunstige scenario niet bewaarheid wordt, maar hoe bereidt de Zuidwestelijke Delta zich voor op verschillende scenario’s? De gedeputeerden op het gebied van water van Zeeland en Noord-Brabant (Anita Pijpelink en Hagar Roijackers), de dijkgraven van de Waterschappen en diverse andere betrokkenen van het Gebiedsoverleg geven hun visie hierop en gaan graag in gesprek hierover. Mogelijke vragen: Wat betekent het huidige tempo van klimaatverandering voor de Zuidwestelijke Delta? Welke scenario’s zijn nu reëel? Waar moeten we ons op voorbereiden? Wat voor impact heeft dit voor laaggelegen gebieden? Wat zou na deze avond een boodschap vanuit Zuidwestelijke Delta kunnen zijn t.a.v. de aanpak van en reactie op klimaat­verandering?

Drie zeespiegelstijging-experts presenteerden tijdens deze sessie: Deltacommissaris Peter Glas, Dr. Aimée Slangen en Prof. Pier Vellinga. Het verslag kunt u hieronder lezen.

Podcast met Peter Glas

Verslag expertsessie zeespiegelstijging

Welkomstwoord door Marjan Minnesma

Deze regiotour stond o.a. speciaal in het teken van water en de zeespiegelstijging. De zuidwestelijke delta is een bijzonder gebied en er zijn dan ook een aantal belangrijke vragen voor deze regio en de deltacommissaris: wat betekent het nieuwste rapport van het IPCC voor deze regio, hoe bereiden jullie je hierop voor?

Deltacommissaris Peter Glas deelt zijn inzicht over zeespiegelstijging

Peter Glas is regeringscommissaris voor het deltaprogramma. In Nederland wordt al eeuwen gepraat over de zee in relatie tot veiligheid. In 2007, toen de tweede deltacommissie in het leven werd geroepen o.l.v. oud-minister Veerman, kreeg deze de fundamentele vraag: kunnen we hier wel blijven wonen? Hun antwoord luidde toentertijd: ja, mits….

We zijn de best beveiligde delta ter wereld, maar we moeten goed beseffen dat we altijd een kwetsbaar gebied blijven. Dat vraagt om een krachtige aanpak: niet alleen reageren op de gebeurtenissen van gisteren, maar juist ook vooruitkijken richting 2100 en verder (2300 zelfs). De huidige deltacommissie focust zich momenteel op 3 dingen:

  • Waterveiligheid (dijken, pompen, deltawerken)
  • Zoetwatervoorziening (hebben we voldoende zoet water?)
  • Klimaatbestendige waterrobuuste inrichting (hitte/droogte/andere extremen van klimaatverandering, hoe daarmee om te gaan?).

Kortom, het is enorm belangrijk om vooruit te kijken én om voorbereid te zijn op een sneller stijgende zeespiegel. Ook belangrijk is dat we een nationaal programma zijn. Er is geen sprake van een rijksprogramma dat van hogerhand wordt opgelegd. Alles gebeurt in samenwerking met plaatselijke overheden, particulieren, het lokale bedrijfsleven, de bewoners en andere belanghebbenden. Natuurlijk worden beslissingen gemaakt op basis van de wetenschap, waarbij de IPCC-rapporten een hele belangrijke rol spelen, net als de vertaalslagen voor Nederland door het KNMI.

Er zijn een aantal verschillende oplossingsrichtingen op lange termijn als klimaatverandering in het huidige tempo doorzet. Daar zijn nu schetsmatig 4 scenario’s voor gemaakt die komende jaren uitgewerkt worden:

Scenario 1: beschermen open

Beschermen open met stormvloedkeringen, dijken en wetlands. Grote gevolgen door water dat het binnenland overstroomt. Onzekere technische en maatschappelijke haalbaarheid.

Scenario 2: beschermen gesloten

Beschermen, maar dan gesloten. Soort bastion van maken. Er zijn dan minder gevolgen voor het binnenland, maar je hebt gigantische pompen nodig (van een orde die we niet kennen).

Scenario 3: zeewaarts

Voorwaarts, zoete lagune/eilanden voor de kust, maar hier heb je ook weer pompen voor nodig. Zeer grote investeringen, grote gevolgen natuur in de kustzone.

Scenario 4: meebewegen

Meebewegen (of: prijsgeven).

Er zijn 820.000 woningen gepland in kwetsbare gebieden, moeten we dat nog wel doen? Waar en hoe gaan we bouwen in de toekomst met het oog op de stijgende zeespiegel? Dat zijn allemaal belangrijke vragen waar we ons gezamenlijk over moeten buigen.

Dr. Aimée Slangen over het laatste rapport van werkgroep I als bijdrage aan het 6e assessment rapport van het IPCC over zeespiegelstijging, mede in relatie tot Zeeland

Dr. Aimée Slangen besteedde in haar presentatie aandacht aan de achtergrond van de wetenschappelijke onderbouwing van de verschillende scenario’s. Zij schreef mee aan het rapport van werkgroep I dat gaat over de fysische wetenschap achter klimaatverandering (het modelleren en observeren van klimaatverandering). In dit laatste rapport staat de sterkste conclusie van het IPCC ooit: het is evident dat de mens klimaatverandering heeft veroorzaakt.

Dr. Slangen noemt zeespiegelstijging de thermometer van klimaatverandering, omdat alles samenkomt. Allereerst is er sprake van opwarming van oceaanwater, waardoor het water uitzet, hetgeen leidt tot zeespiegelstijging. Daarnaast zijn er de bijdragen van het smelten van Antarctica (potentieel 58 meter), de gletsjers (potentieel 30 cm) en Groenland (potentieel 7 meter). Als je dat bij elkaar optelt zie je het enorme potentieel voor zeespiegelstijging. Momenteel dragen de gletsjers het meest bij, want die smelten nu het snelst. Mensen pompen bovendien grondwater weg, dat komt ook in de zee terecht en draagt ook weer bij. Kortom, alles komt samen in zeespiegelstijging: bodem, opwarming, smelting etc. De grootste bijdrage aan zeespiegelstijging worden geleverd door het uitzetten van oceaanwater dat opwarmt en door het smelten van landijs.

Wetenschappers zien ook dat de stijging toeneemt: van 1.7 mm per jaar sinds de jaren ‘90 naar nu 3.7 mm per jaar (wereldgemiddeld), dat is meer dan een verdubbeling in korte tijd. De zeespiegel stijgt dus in een steeds hoger tempo.

Het IPCC werkt met verschillende scenario’s. Het rapport geeft aan dat als A gebeurt, of als je kiest voor A, dan is B het gevolg. Maar de wetenschappers nemen geen standpunt in over welk scenario het beste is. En al die scenario’s worden voor alle verschillende parameters bepaald (zeespiegel, droogte etc.).

T.o.v. 2000 zien we dat in 2050 de scenario’s nog niet erg ver uit elkaar lopen. Cynisch gezien kun je dan zeggen dat wat je ook doet, je sowieso een stijging van de zeespiegel krijgt, maar die is nog hanteerbaar. In 2100 zie je pas verschil, dan hebben getroffen maatregelen wel degelijk een effect. Concreet betekent het dat de zeespiegel in 2100 net zo goed 40 als 70/80 cm kan stijgen, afhankelijk van onze actie (sterke reductie vs. milde reductie van broeikasgassen). In het allerslechtste scenario (kleine kans, maar grote gevolgen), stijgt de zeespiegel 2 tot 3 meter. En na 2100 gaat die stijging gewoon door…

De scenario’s met Antarctica zijn erg onzeker, maar het IPCC wil ze toch laten zien. In eerdere versies was de bijdrage van smeltend Antarctica moeilijk kwantificeerbaar, maar inmiddels wordt er steeds meer onderzoek gedaan. Voor Nederland heeft juist het smelten van Antarctica veel effect. Er zijn vrije sterke regionale verschillen doordat het ijs op de beide polen trekt aan de oceanen. Nederland zit aan de verre kant van Antarctica en we krijgen dus bovengemiddeld veel zeespiegelstijging van Antarctica.

Een sombere conclusie van het IPCC: voor vele klimatologische processen is er eigenlijk geen terugkeer, maar anderen we kunnen nog wel vertragen. Het is dus niet de vraag OF we sterke zeespiegelstijging gaan krijgen, maar WANNEER.

De boodschap die we mee naar huis moeten nemen: De zeespiegel stijgt, zal blijven stijgen, maar de snelheid waarmee ligt nog in onze handen.

Prof. Pier Vellinga over mogelijke adaptatiestrategieën (o.a. verschillende typen dijken)

Wat moet je nu doen om hier in 2021 nog veilig te kunnen wonen?

Belangrijk om te beseffen is dat als we temperatuurstijging doortrekken, dat we dan in 2100 in Nederland op dezelfde gemiddelde temperatuur zitten als nu in Spanje en Portugal. Bovendien moeten we rekening houden met een plotseling versnelling van de stijging van de zeespiegel (naar 1 cm per jaar, nu nog 2/3 mm per jaar in Nederland). Klimaatverandering vergroot daarnaast de kans op overstromingen (meer orkanen van de zwaarste categorie).

Nederland wordt te langzaam voorbereid op heftigere stormen. Ze zijn moeilijk meetbaar, maar de kans is groot dat we met heftigere stormen te maken krijgen in de toekomst, en dan kunnen we te maken hebben met 7 meter hoger water aan de kust in plaats van 5 meter. Dat is een wereld van verschil. En daar moeten we op voorbereid zijn.

Een voorbeeld van een oplossing is een wisselpolder: zo creëer je een tweede dijk, waardoor je een dubbele bescherming creëert. En er zijn hier een heleboel plekken waar dat mogelijk is. Er zijn dus volop kansen in Zeeland om ook in 2021 aantrekkelijk en veilig te zijn, maar dan moeten we wel op tijd beginnen. En het gaat nu nog te langzaam.

Programma

17:00Inloop
17:15Welkomstwoord en uitleg avond door Marjan Minnesma van Urgenda
17:20Deltacommissaris Peter Glas deelt zijn inzicht over zeespiegelstijging, verschillende scenario’s voor Nederland
17:40Vragen n.a.v. de eerste lezing
17:50Dr. Aimee Slangen over het laatste rapport van werkgroep I als bijdrage aan het 6e assessment rapport van het IPCC over zeespiegelstijging, mede in relatie tot Zeeland
18:10Vragen n.a.v. de tweede lezing
18:20Dinerbuffet
19:00Prof. Pier Vellinga over mogelijke adaptatiestrategieën (o.a. verschillende typen dijken)
19:20Gesprek met o.a. gedeputeerde water, dijkgraven e.a. over de mogelijke gevolgen van klimaatverandering voor het watersysteem en verschillende adaptatiemogelijkheden
20:00Einde avond