Elestor werd in 2014 opgericht met om langdurige energieopslag tegen de laagst mogelijk kosten beschikbaar te maken voor de markt. Daartoe ontwikkelden de mannen van Elestor een zogeheten flowbatterij op basis van waterstofbromide. Waterstofbromide bleek echter niet zo makkelijk veilig en stabiel te maken, vandaar dat de overstap naar ijzer gemaakt werd.

Een flowbatterij zoals die van Elestor kun je zien als een soort “doos” met heel veel kleine batterijcellen die samen één groot systeem vormen. In het hart zit de cell stack: een stapel cellen die allemaal gescheiden zijn door speciale membranen. Aan de ene kant van het membraan stroomt een vloeistof (elektrolyt) met opgeloste ijzerdeeltjes (de FeSO₄-oplossing). Aan de andere kant stroomt waterstofgas (H₂). Het membraan zelf laat alleen protonen (H⁺) door, zodat de twee stoffen niet direct mengen maar wel elektrisch kunnen reageren.

Hoe werkt de flowbatterij precies? Als er te veel elektriciteit geproduceerd wordt kan deze gebruikt worden om de batterij op te laden. Er vindt dan een chemische reactie plaats waarbij waterstof (H₂) wordt gegenereerd. Bij het ontladen van de batterij wordt waterstof weer gesplitst en komt elektriciteit vrij.  

Doordat beide actieve materialen wereldwijd gemakkelijk verkrijgbaar zijn en in overvloed aanwezig zijn, zijn ze ook betaalbaar. Dat zorgt ervoor dat deze flowbatterij een robuust, duurzaam en flexibel systeem vormt.